De 10 tips die ouderschap nog leuker maken!
Wat ga jij doen om een nóg leukere ouder te zijn? En hierdoor het ouderschap voor jezelf ook nóg leuker te maken? Wellicht heb je iets aan mijn 10 tips.
1. Focus op wat je kind goed doet.
Dit levert je twee dingen op.
Het tweede is dat waar je je op focust, is dat wat je krijgt. Wellicht ben je bekend met de uitdrukking: ‘Where focus goes, energy flows.’ Richt jij jouw aandacht op een ongewenste situatie en blijf je er met een negatieve blik naar kijken, dan zal je hierin ook steeds bevestigd worden. Kies je voor een positieve insteek, dan zorgt dit er al voor dat je ervaring verandert.
Kortom: Focus je op het gedrag wat je wél wilt, in plaats van wat je níet wilt.
2. Maak gebruik van positieve feedback.
Wanneer je als ouder wilt dat je kind zijn/haar gedrag verandert, is de valkuil om dit op een verwijtende, beschuldigende of prekende manier te doen. Kritiek en zeuren is juist hetgeen waardoor een kind zich kan afsluiten.
Voor zowel ouders als kinderen is het prettig om op een juiste manier feedback te geven. Start dan ook door eerst te zeggen wat voor positiefs je hebt opgemerkt aan het gedrag. Vertel dan wat je graag anders zou willen zien en versterk dit door positief te eindigen met bijvoorbeeld; ‘Ik weet zeker dat je dat gaat lukken, toch’? of ‘Ik weet dat je dit kan, oké?’
3. Vertel wat je wél wilt.
Met regelmaat geven ouders bij een kind aan wat ze NÍET willen. ‘Doe niet.’, ‘Niet slaan/ schreeuwen.’ of ‘Niet rennen door het huis’. Is het je wel eens opgevallen dat een kind vaak dan precies doet wat hij/zij niet moet doen?
Bij het woord ‘niet’ stopt de handeling, maar wat komt ervoor in de plaats? Dit is vaak waar het bij kinderen vastloopt. Ze hebben geen alternatief. Dit ondervang je door het woord ‘niet’ om te zetten naar ‘doen’. Vraag jezelf af ‘Wat kan ik zeggen of vragen waardoor het kind doet wat wenselijk is?’
4. Verban het woord ‘proberen’
Er wordt wel eens gezegd: Als je iets probeert zal het je niet lukken.
Proberen geeft wel een positieve intentie aan, alleen tegelijkertijd ook een excuus voor als het uiteindelijk niet lukt.
Laat je kind zien dat je vertrouwen in hem/haar hebt en geef een kind zelfvertrouwen door succeservaring door ze het gewoon te laten dóen.
5. Wees het voorbeeld.
Kinderen leren van jou als ouder, laat zien wat je van hen wilt. (Wil je hier meer over weten? Lees dan ‘Voorbeeld…wie doet wat?)
6. Gebruik je stem en creëer gezag.
Hoe lager je stem klinkt en hoe langzamer je spreekt; des te duidelijker is je controle en gezag te horen in je stem. Kinderen weten dan duidelijk waar ze staan en waar de grens ligt.
7. Bevorder de interne referentie van je kind.
Wanneer een kind intern gerefereerd is, dan doet het dingen op zijn/haar eigen manier en beslist het zelf of iets goed is, conform de eigen standaard. Wat een ander wel/niet doet of zegt, is dan minder belangrijk.
Vraag aan je kind wat hij/zij zelf denkt of ergens van vindt. Dit stimuleert en vergroot het zelfvertrouwen en geeft je ook nog eens leuke inzichten.
8. Kijk door de ogen van je kind.
Kinderen zien en ervaren dingen anders en doen niet opzettelijk ‘moeilijk’ of ‘vervelend’. Kijk eens door de ogen van je kind. Zou jij willen stoppen met spelen of het kijken van TV om boodschappen te gaan doen, naar school of bed te gaan?
Meer begrip zorgt voor minder irritatie en meer rust om de andere tips in te zetten.
9. Wees duidelijk.
Wanneer je een kind verteld dat hij/zij iets goed heeft gedaan, dan is dit te vaag. Wees duidelijk en precies in wat hij/zij goed heeft gedaan of wat je graag anders zou willen zien de volgende keer.
10. Gebruik humor!
Humor (of iets onverwachts doen) helpt om de weerstand bij een kind te verminderen. Daarnaast maakt het situaties luchtiger en leuker. Grote kans dat zowel je kind als jij beginnen te lachen…
2-Daagse workshop De Kunst van Ouderschap
In onze twee-daagse workshop, de kunst van ouderschap ga je aan de slag met diverse nieuwe technieken om ouderschap nog leuker te maken.